Uitgangspunten

De schoolvereniging is niet verbonden aan één bepaald kerkverband. De (bestuurs)leden zijn voornamelijk lid van de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), de Hersteld Hervormde Kerk en de Hervormde Kerk binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Zij zien in een Auitsluitend voorwerpelijke prediking van Gods Woord een ernstig tekort. Daarom achten zij de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking en kennis van dat Woord, zoals dat ons is overgeleverd door de Reformatie en de Nadere Reformatie, absoluut noodzakelijk. Het gevoelen van de noodzaak om dienovereenkomstig onderwijs te geven, is het motief geweest tot het stichten van een reformatorische school in Ermelo.

De identiteit van onze reformatorische school wordt dan ook primair bepaald door het gezag van de Heilige Schrift.

Aangezien de leerlingen het sacrament van de Heilige Doop hebben ontvangen in de christelijke gemeente, dient bij onderwijs en opvoeding alle nadruk te worden gelegd op ‘dat wij met onze kinderen in zonden ontvangen en geboren worden en daarom kinderen des toorns zijn, zodat wij in het rijk Gods niet kunnen ingaan, tenzij wij van nieuws geboren worden’ (formulier van de Heilige Doop). Het teken en zegel van de Heilige Doop onderstreept de noodzaak om in de weg van wedergeboorte en waarachtige bekering, de betekenende zaak van de Heilige Doop te mogen ontvangen.

De kinderen dienen door middel van opvoeding en onderwijs toegerust te worden voor een plaats in de maatschappij.

De opvoeding van de kinderen vindt voornamelijk plaats binnen het gezin, de kerk en de school. Hieruit vloeit voort dat het van groot belang is dat deze drie een hechte eenheid vormen.

De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt in de eerste plaats bij de ouders. De naam 'Augustinus' is dan ook bewust gekozen. Zijn moeder vond troost in de woorden: 'Moedertje, een kind van zulke tranen en gebeden, kan niet verloren gaan'.

In de kerk hebben de ouders bij de doop van hun kind(eren) voor Gods aangezicht en de gemeente beloofd deze(n) te onderwijzen en te doen onderwijzen in de voorzeide leer, opdat zij christelijk en godzalig opgevoed worden.

Hieruit blijkt dat de school bij de opvoeding van de kinderen, de ouders tot een hulp is.