De leerlingenzorg

Sorteren op:
TitelDatumPopulariteitActiefReacties

01. De leerlingenzorg

Omgaan met verschillen

Hiervoor schreven we dat binnen de Augustinusschool naar het Zwols-model wordt gewerkt. We streven daarin naar een optimale differentiatie van het onderwijs. Binnen de mogelijkheden van de leerkracht en de peuterleidster, komen we tegemoet aan de eigenheid van de leerling en de peuter. We bouwen voort op de gedachte van Aangepaste Leerroutes en de verworvenheden van het Passend Onderwijs worden toegepast. We komen tegemoet aan de verschillen in vaardigheden en talenten. We zijn voortdurend op zoek naar mogelijkheden het onderwijs af te stemmen op de verscheidenheid van leerlingen. We doen een sterk beroep op het vakmanschap van de groepsleerkrachten.

Dat wordt bereikt door met behulp van thema’s rijk ingerichte leeromgeving te creëren, dat de leerlingen uitdaagt te spelen en daardoor zich verder te ontwikkelen. Ook worden verschillende routines gebruikt zoals een kleine kring, de lettermuur en de verteltafel. Hiermee komt in de onderbouw (Instroomgroep, groep 1 en 2) elk kind tot recht.

In de middenbouw (groep 3 en 4) en de bovenbouw (groep 4 t/m 8) zijn de accenten uit het Zwols-model, het gedifferentieerd werken met het kader van het Passend Onderwijs, sterker benadrukt. Binnen de Augustinusschool kennen we als team, onze mogelijkheden en beperkingen. Deze zijn in het Schoolonderwijsprofiel (SOP) beschreven.

Leerlingen die meerbegaafd zijn krijgen een aangepast programma. Dat houdt ondermeer in, dat ze verrijkingsstof krijgen aangeboden, elke lesweek krijgen de meerbegaafde leerlingen in hun ‘eigen’ verrijkingsgroepje, een op hun leerbehoefte afgestemd programma. De selectie van de meerbegaafde leerlingen gebeurt nauwgezet en integer.

Leerlingen die moeite hebben met de basisstof, krijgen in de groep extra aandacht door middel van individuele instructie en hulp in een klein groepje. Wanneer het nodig is krijgen leerlingen remedial teaching dat gericht is op het oplossen van hiaten in de leerlijn. Dit wordt vormgegeven in de hulpklas.

Leerlingen die ondanks extra ondersteuning en een eventuele doublure, moeite blijven houden met de basisstof, wordt een aangepast programma aangeboden.

Kinderen met specifieke behoeften

Iedere leerling heeft behoefte aan zorg. Het kan voorkomen dat de algemene hulp in de groep niet het gewenste resultaat heeft. Er is dan behoefte aan meer specifieke hulp. Ook kan het zijn dat er vanwege een beperking behoefte is aan specifieke hulp.

De groepsleerkracht brengt in beeld welke hulp de desbetreffende leerlingen nodig hebben. Dit wordt met de intern begeleider (IB-er) en/of de gedragsspecialist besproken. De IB-er coördineert de specifieke aandacht en zorg aan het kind.

Voor deze gewenste hulp wordt een hulpplan opgesteld waarin vermeld staat welke doelen voor ogen staan en op welke manier deze doelen bereikt moeten worden.

Wanneer ook met behulp van het hulpplan niet het gewenste resultaat wordt bereikt en er geen oplossing wordt gevonden om recht te doen aan de specifieke ondersteuningsbehoefte van de leerling, wordt de hulp van het Ondersteuningsteam en/of de schoolbegeleidingsdienst ingeroepen. De schoolbegeleidingsdienst kan met specialistische kennis helpen om de problematiek beter in beeld te krijgen.

Wanneer ook dat niet leidt tot een adequate aanpak, wordt na overleg binnen het Ondersteuningsteam een hulpvraag gedaan bij het Loket van het samenwerkingsverband Berséba.

Ook is het mogelijk om samen met de ouders bij het Loket een extra ondersteuningsarrangement aan te vragen voor kinderen die zeer moeilijk leren, een lichamelijk handicap hebben, langdurig ziek zijn of voor kinderen met ernstige gedrags-, werkhoudings- of sociaal-emotionele problemen.

Het Loket gaat na welke hulp de school al heeft geboden en komt met een advies.

De volgende resultaten zijn mogelijk:

- verdere hulp binnen de school,

- nader onderzoek (intern of extern),

- ambulante begeleiding vanuit Speciaal Basisonderwijs (SBO),

- het geven van een beschikking voor toelating tot een school voor speciaal basisonderwijs.

Het Loket mag niet voor alle vormen van speciaal onderwijs een toelaatbaarheids-verklaring afgeven of extra ondersteuning binnen de basisschool toekennen. Voor slechtziende en blinde kinderen, slechthorende en dove kinderen en voor kinderen met taal-spraakproblemen is het Loket daartoe niet bevoegd. Toch wil onze school zich ook inspannen om deze kinderen met extra ondersteuning op de basisschool te houden. De intern begeleider weet op welke manier die extra ondersteuning beschikbaar kan komen.

Als externe hulp gezocht wordt via het eerder genoemde Loket, wordt de ouder(s) gevraagd een verklaring te ondertekenen waarmee toestemming wordt gegeven voor de verwerking van persoonsgegevens. Dit is nodig in verband met de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP).

Plaatsing en verwijzing

Nadrukkelijk zal moeten worden nagegaan of onze school in staat is op een verantwoorde manier de benodigde hulp te bieden aan leerlingen die specifieke hulp behoeven.

Centraal staat het belang van het kind en de mogelijkheid van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Een punt dat hierbij ook meeweegt is of de veiligheid van de andere kinderen en de leerkrachten gewaarborgd kan worden.

De school kan in de begeleiding van de leerling gebruik maken van ondersteuning vanuit samenwerkingsverband Berseba. Deze ondersteuning biedt extra mogelijkheden voor de leerkracht.

Verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs vindt alleen plaats nadat het Loket hiervoor een beschikking heeft afgegeven.

In het schoolondersteuningsprofiel (zie website onder ‘School’ - ‘Passend Onderwijs’) is beschreven aan welke leerlingen we binnen onze school hulp willen bieden en wat onze mogelijkheden zijn..

Doublure en versnellen

Het kan een specifieke behoefte zijn van de leerling dat deze meer tijd nodig heeft voor het verwerken van de leerstof. Soms heeft een leerling een jaar langer nodig, de basisschool te doorlopen.

Indien blijkt dat de vorderingen van een leerling zodanig verlopen ten opzichte van leeftijdgenoten, dat het bij alle vakken ver op de groep vooruit is, kunnen we de optie van ‘versnellen’ bespreken. De sociaal-emotionele ontwikkeling is zeer belangrijk!

in de categorie De leerlingenzorg

02. Het volgen van de ontwikkeling

Het leerlingvolgsysteem

Om de ontwikkelingen en de leervorderingen van uw kind te volgen wordt op school gebruik gemaakt van een observatie- en toetssysteem. Het zogenaamde leerlingvolgsysteem (LVS). De verzamelde gegevens vormen een beeld van de ontwikkeling van uw kind en geven de groepsleerkracht zicht op de aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling. In de instroomgroep en de groepen 1 en 2 worden de leerlingen geobserveerd aan de hand van het observatie-instrument Horeb. In de groepen 3 t/m 8 hanteren we een leerlingvolgsysteem om de cognitieve vaardigheden in beeld te brengen. Daarnaast wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling gevolgd met behulp van een pedagogisch leerlingvolgsysteem (‘ZIEN!’). In het onderstaande schema ziet u een overzicht van de toetsen die worden afgenomen.

Verdeling niveaugroepen

Het leerlingvolgsysteem wordt gebruikt om leerlingen in het best passende niveau te plaatsen. We onderscheiden vijf niveaus:

  1. Kinderen die de leerstof van de groep (met ondersteuning) niet aan kunnen. Er is voor één of meerdere vakken een schijnbaar onoverbrugbare kloof ontstaan t.o.v. het gemiddelde van de groep. Deze kinderen krijgen voor één of meerdere vakken een aangepaste leerroute.
  2. Kinderen die moeite hebben met de leerstof van de groep. Zij krijgen extra ondersteuning om de eventuele achterstanden op te heffen.
  3. Kinderen die de leerstof van de groep over het algemeen voldoende kunnen volgen. Zij hebben weinig extra hulp nodig.
  4. Kinderen die meer aan kunnen dan de leerstof van de groep. Zij werken voornamelijk aan verdiepingsopdrachten.
  5. Kinderen die de leerstof grotendeels beheersen. Voor hen vormt het geen uitdaging om mee te doen met de leerstof van de groep. Ze verwerken alleen de stof die nog niet beheerst wordt. Daarna werken ze aan een eigen programma.

Verslaglegging leerlinggegevens

Van elk kind is een dossier aanwezig. In dit dossier worden die zaken opgenomen die in de verdere schoolloopbaan van het kind van belang kunnen zijn. Dit betreft de toetsuitslagen, verslagen van onderzoeken en hulpplannen. Dit dossier is alleen voor de leerkrachten toegankelijk. Ouders en/of verzorgers van het kind hebben op verzoek recht op inzage in het dossier.

Leerlingenbespreking

De intern begeleider overlegt vijf keer per jaar met de leerkracht. Daarbij worden resultaten van de leerlingen besproken, maar ook wordt besproken welke hulp de leerlingen nodig hebben. Naast de bespreking van de leerresultaten wordt er ook gesproken over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Als hier zorgen over zijn wordt de gedragsspecialist hier bij betrokken.
Daarnaast kunnen ook in bouwvergaderingen de resultaten van de leerlingen besproken worden. In de laatste leerlingenbespreking van het schooljaar, wordt in de plenaire teamvergadering besluiten genomen ten aanzien van overgang, versnellen en doublure.

in de categorie De leerlingenzorg

03. Informatie aan ouders

Vorderingen van leerlingen

De ouders krijgen vanaf groep 1 een rapport over de vorderingen van hun kind(eren). Twee keer per jaar wordt een rapport meegegeven.
Tenminste één keer per jaar vindt een georganiseerd gesprek plaats tussen de groepsleerkracht en de ouders van de leerlingen. In een cyclus van drie jaar is dat twee keer een 15-minutengesprek en één keer een ouderbezoek. Deze gesprekken vinden plaats in de periode tussen de herst- en voorjaarsvakantie. Voorafgaand aan deze gesprekken ontvangen de ouders een formulier waarop is aangegeven welke zaken de groepsleerkracht aan de orde wil stellen. Van de ouders wordt verwacht dat zij op dat formulier ook van te voren aangeven welke onderwerpen zij aan de orde willen stellen. Uiteraard is het naast deze momenten ook mogelijk om een gesprek te organiseren wanneer dat van belang is.
Vier keer per jaar hebben de ouders twee weken inzage in het Ouderportaal van ParnasSys. In de jaarplanning en in de nieuwsbrief wordt opgenomen welke momenten het Ouderportaal openstaat. In het Ouderportaal kunnen de ouders de lopende hulpplannen, de scores voor de methodetoetsen en de scores van de LVS-toetsen inzien.

Advies voortgezet onderwijs

Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar informeert de leerkracht van groep 8 de ouders over de procedure voor de overgang naar het voortgezet onderwijs. In februari geeft de school aan de ouders een schriftelijk advies ten aanzien van het vervolgonderwijs. Wanneer ouders vragen hebben over dat advies, kunnen zij daarover in gesprek met de groepsleerkracht. De school organiseert daarvoor een oudergespreksavond. Het voortgezet onderwijs organiseert kennismakingsmiddagen of avonden voor toekomstige leerlingen en hun ouders. De ouders melden hun kind (bij voorkeur) via de basisschool aan bij het vervolgonderwijs.

in de categorie De leerlingenzorg

Rubrieken